De verbetering van station Laan van Nieuw Oost Indië gaat veel meer kosten dan de beschikbare 112,4 miljoen euro. Afhankelijk van de gekozen variant is er tussen 162 en 224 miljoen euro nodig. Dit met een onzekerheidsmarge van 40 procent.
Dat blijkt uit de Notitie kansrijke oplossingsrichtingen (NKO) die Arcadis heeft opgesteld voor de gemeenten Den Haag, Leidschendam-Voorburg, NS, Prorail, HTM, RET en Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH).
Het station moet worden opgeknapt gezien de verwachte verdubbeling van het aantal reizigers tussen nu en 2040. Die wordt veroorzaakt door grootschalige bouw (woningen, kantoren, commerciële ruimten) naast en in de buurt van het station, alsmede langs de spoorbaan Leiden-Dordrecht.
In het stuk staan drie varianten voor de werken aan het station met de titels ‘Basis’, ‘Toegangspoort’ en ‘Verbinder’.
= Basis: Er komt een nieuwe tunnel in het station. De perrontrappen blijven op dezelfde plekken. De nieuwe tunnel dient ook als verbinding tussen Den Haag en Voorburg. De omgeving wordt vernieuwd. De doorgaande autoverbinding in de Anna van Hannoverstraat en de P+R aan Voorburgse zijde verdwijnen. Aan Haagse zijde is er een open fietsenstalling. Aan Voorburgse zijde is er een meerlaags gebouwde voorziening voor fietsparkeren nabij de Laan van NOI. De tram- en busbaan met halte blijven op de huidige locatie. Er kan ruimte worden gemaakt voor commerciële voorzieningen in de tunnel; een alternatief zijn kleine commerciële voorzieningen aan weerszijden van de tunnel. In het basisalternatief wordt alleen het hoognodige gedaan voor het vergroten van de reizigerscapaciteit; zodat verstedelijking en reizigersgroei wordt ondersteund. Er wordt een nieuwe passage met ruimte voor aanliggende functies ten behoeve van verblijfskwaliteit en sociale veiligheid voorzien. Het aantal fietsparkeerplekken wordt uitgebreid. Verdere maatregelen worden zo veel mogelijk beperkt gehouden; de bestaande keerlus voor de tram blijft gehandhaafd. Er komt geen hoge velostrada. P+R plaatsen vervallen ten bate van fietsparkeerplekken,
= Toegangspoort: Het doel is om het station compact te houden. Dat betekent een bredere perrontunnel met twee trappen per perron, en één entree per zijde. De toegang tot de perrons is geregeld middels een brede reizigerstunnel die vanuit de huidige tunnel naar het zuidwesten wordt verbreed om ruimte te maken voor een tweede set trappen. De perrons van de metro en RandstadRail zijn vanuit de verbinding Den Haag-Voorburg langs de Laan van NOI toegankelijk. Fietsparkeren vindt aan Haagse zijde plaats in de vorm van een aantal open stallingen. Aan Voorburgse zijde is een drielaagse gebouwde fietsparkeervoorziening opgenomen. De tram- en bushalte is voor doorgaande- en kerende trams opgesplitst: doorgaande trams en bussen maken gebruik van een halte aan Voorburgse zijde; kerende trams van een tailtrack met halte in de Anna van Hannoverstraat, conform de huidige situatie maar dan zonder keerlus rondom SoZa. Commercie is binnen de tunnel gerealiseerd. Verbindingen Den Haag-Voorburg zijn te vinden in de vorm van de perrontunnel én tussen de Wilhelmina van Pruisenweg en de Van Alphenstraat, nabij de Prinses Beatrixlaan,
= Verbinder: Uitgangspunt is maximale capaciteitsgroei, aansluiting bij de verbindende stedelijke structuren en mogelijkheden tot fasering. Reizigers worden verdeeld over twee toegangen en vier entrees. Er ontstaan zo ook twee nieuwe verbindingen Den Haag-Voorburg die de spoorbarrière slechten. De toegang tot de perrons is opgesplitst: ter hoogte van de huidige perrontunnel is een brede, nieuwe reizigerstunnel mét commercie te vinden. De tweede perrontoegang ligt in het verlengde van de Wilhelmina van Pruisenweg. Het station sluit hiermee aan op de stedelijke structuur aan weerzijden. De twee tunnels zijn in één gebouw met elkaar verbonden door een ontvangstruimte en fietsparkeervoorzieningen. Deze hebben meerdere verdiepingen en liggen in het talud. Het gehele station is zo ondergebracht in één gebouw met meerdere voorkanten. De tram- en bushalte liggen aan de Laan van NOI, aan Haagse zijde ter hoogte van de Anna van Hannoverstraat. Kerende trams maken gebruik van een tailtrack aan Voorburgse zijde. Deze kan langs de Van Alphenstraat liggen, maar bijvoorbeeld ook worden opgenomen in een gebouw. Commerciële voorzieningen zijn te vinden in de reizigerstunnel in het midden van het gebied, maar ook in het stationsgebouw aan Voorburgse zijde. De bouw van de Verbinder is vanwege de dubbele perrontunnel faseerbaar, waarbij de huidige perrontunnel in gebruik kan blijven terwijl de nieuwe perrontunnel in de Wilhelmina van Pruisenweg gebouwd wordt. Na gereedkomst kan de huidige perrontunnel verbouwd worden tot volledig volwaardige stationsentree. Het stationsgebouw ontwikkelt parallel hieraan mee en wordt als sluitstuk afgebouwd.
In het stuk staat dat ook nog gekeken wordt naar het realiseren van ondergronds fietsparkeren of in het talud van de spoorbaan; het realiseren van een keervoorziening voor trams onder een nieuw sporenviaduct in de Laan van NOI; meer mogelijkheden voor P+R-voorzieningen.
Gesteld wordt dat het huidige station veel meer reizigers niet aan kan, ook al door de kleine perrontrappen. Daarnaast is er veel meer ruimte voor fietsparkeren (nu 1100 plekken) nodig. De openbare ruimte rond het station wordt als onoverzichtelijk aangegeven waar reizigers zich moeilijk kunnen oriënteren. De kwaliteit van het gebied is gering; haltes van tram en bus liggen verspreid in de omgeving. De sociale- en fysieke veiligheid is ook een minpunt.
In NKO worden ook een aantal zaken genoemd die nog nader moeten worden uitgezocht zoals de voorziene reizigersgroei; de ontwikkeling in het Central Innovation District (CID, gebied tussen de stations HS, CS en Laan van NOI); parkeren; herkomst en bestemming van reizigers; behoefte om fietsenstallingen onder de sporen of ondergronds te realiseren; uitwerken verschillende locaties van de tramkeervoorziening; onderzoek combinaties van vastgoed met zaken als fietsenstallingen, deelmobiliteiten, voorzieningen, commercie, P+R; fasering in realisatie van een te kiezen variant in relatie tot investering en ontwikkeling woningen.
Aangetekend wordt verder dat er minstens 3500 fietsparkeerplekken moeten komen, 155 P+R plekken, een Kiss+Ride/taxistandplaats met tien plekken, plek om vier bussen te kunnen parkeren alsmede laad&loszones. Van het hele gebied moet 30 procent groen zijn en nog eens 20 procent groen en water.
In het stuk wordt niet gesproken over woningbouw rond het station (Haagse en Voorburgse zijde), noch over de noodzaak de sporen van RandstadRail en metro aan te passen (wegens kruisen van beide hetgeen tot oponthoud leidt). Voor de locatie van het Tinq tankstation (hoek Laan van Nieuw Oost Indië/Nicolaas Beetslaan) wordt gesproken over een gebouw voor fietsparkeren. De gemeente Leidschendam-Voorburg plant hier woningbouw.
