‘Drie berichten in Vlietnieuws over drie voor Leidschendam-Voorburg typische situaties. Drie situaties waartussen een voor Leidschendam-Voorburg typische samenhang is.
Wethouder Keus heeft grote zorgen nu de rijksoverheid nauwelijks geld uittrekt voor maatregelen aan het lokale wegennet bij het uitstel van de werken aan de N14. Want de gemeente ondervindt dagelijks de gevolgen van de grote verkeersdrukte. En dan probeert het college ons weer zand in de ogen te strooien: ,,Het college zal zich blijven inzetten voor de bereikbaarheid én leefbaarheid van onze gemeente.” Dat gelooft inmiddels niemand meer, maar dan komt wel onmiddellijk de vraag naar de wellicht belangrijkste oorzaak van die gevolgen, en die overlast, op.
Er is achterstand bij de bouw van woningen, dus aan een massale toestroom van (nieuwe) inwoners ligt het niet. Eigenlijk flauw om dit punt aan te halen want we weten allemaal (ja, inclusief het college van B&W én de gemeenteraad!) dat de zorgen van wethouder Keus voor een belangrijk deel veroorzaakt zijn door zijn collega Van Eekelen. Na veel duur, door ons betaald ‘onderzoek’ werd gesteld dat de bouw van het bizarre gedrocht dat ‘The Mall of the Netherlands’ ging heten, geen verkeersoverlast zou veroorzaken. Inmiddels weten we beter. We kregen zelf meer dan alleen verkeersoverlast. Logisch dat het college dan naar de Rijksoverheid wijst als er geen geld komt om iets aan de door haar zelf veroorzaakte ellende te doen…
Die wethouder, die dus flink geoefend heeft met het vervangen van een prima winkelcentrum door een maatschappelijk onacceptabel, ordinair pretpark, is nu betrokken bij het opknappen van het Voorburgse winkelcentrum Julianabaan. Weer zijn er tonnen gemeenschapsgeld besteed aan externe bureaus die de ingrepen moesten voorbereiden.
Het was deze wethouder die ooit meende dat nu het er eenmaal was, we maar van die Mall moeten genieten. Dat genieten doen, zoals we weten, vooral bezoekers uit andere steden dan Leidschendam-Voorburg die en passant ook wangedrag vertonen en afval op straat gooien. En laat nu juist wethouder Van Eekelen ‘Het Nieuwe Inzamelen (HNI)’, een succesvol middel tegen de afvalbende, gestopt te hebben!
In dit geval bieden resultaten uit het verleden wél garanties voor de toekomst: slecht onderzoek (of onderzoek met een door de opdrachtgever voorgeschreven resultaat?), dezelfde incompetente wethouder, een nog steeds ook naar eigen zeggen incompetente gemeenteraad en er zijn nog steeds projectontwikkelaars die in onze gemeente bepalen wat er gaat gebeuren. Kortom het loopt gegarandeerd uit de hand.
Hoogstwaarschijnlijk wilde men dáárom dat in vergaderingen van commissies uit de gemeenteraad in de toekomst ‘gewogen’ gestemd zou worden. Dan zouden bijvoorbeeld de vertegenwoordigers van de coalitiepartijen VVD, GBLV en D66 in een commissievergadering zaken die de coalitie onwelgevallig zijn tegen kunnen houden. Dat is het Leidschendam-Voorburgse model voor democratie. Gewogen stemmen, onopgemerkt meegenomen in een wijziging van het Reglement van orde voor de gemeenteraad en de verordening raadscommissies. Men vindt het vast jammer dat het niet geheimgehouden kon worden. Dat de betrokkenen niet wisten dat de gemeentewet hierin niet voorziet, lag voor de hand. Men is sowieso niet bereid de wet te respecteren.
Nog ruim een jaar zucht onze gemeente onder dit bestuur. In die periode kan dat bestuur nog onnoemelijk veel schade aanrichten. Maar daarna kan het anders, desnoods met dezelfde burgemeester. Want hij speelt geen rol, zoals we weten.
De afgelopen bestuursperiode van dit college en deze raad bieden wel een belangrijke historische les: het gevaar van de aanname dat omdat mensen in een verantwoordelijke positie zijn, zij zich noodzakelijkerwijs verantwoordelijk gedragen’.
(Carlo Wagenmans)