B&W zien mogelijkheden om het aantal woningen tot 2050 met 8000 te laten toenemen. Tot nu toe werd gemikt op een toename van 6000. De nieuwe ambitie blijkt uit een nota die wethouder Philip van Veller aan de gemeenteraad heeft gezonden. De bestuurder noemt het in het stuk ‘niet uitgesloten’ dat er ruimte is voor meer dan de eerder bepaalde 6000 woningen. Vandaar het nieuwe aantal.

De nota is de start van het opstellen van een Omgevings effect rapportage (OER) voor de plannen die B&W eerder in een zogenoemde Koersnotitie 2050 voor de gemeente ontvouwden. De gemeenteraad heeft de Koersnotitie eind 2024 geaccordeerd. De notitie vormt de basis voor een Omgevingsvisie die de gemeente uiterlijk per 1 januari 2027 moet hebben.

De 6000 woningen stonden in de Koersnotitie. Nu ziet Van Veller mogelijkheden dat aantal te verhogen. Datzelfde geldt voor het aantal te realiseren arbeidsplaatsen. Dat stond op 1000 tot 2000 in de periode tot 2030. Daar komen er nu nog eens 2000 bij voor de periode 2030-2050.

Ook inzake mobiliteit kondigt Van Veller een mogelijke aanpassing aan: het middels beleid sturen van de keuze van vervoermiddel door inwoners in de volgorde lopen, fietsen, openbaar vervoer, deelauto en dan pas eigen auto.

Hij noemt in dit verband wandel- en fietsroutes, frequentie openbaar vervoer, haltes openbaar vervoer, parkeervoorzieningen, de rol van de Sluisbrug in Leidschendam bij het autoverkeer, en een verkenning naar de Huygenstunnel (A12/Utrechtsebaan/spoorbaan ondergronds brengen).

Wat de woningbouw betreft stelt Van Veller dat bij het zoeken naar locaties ook gekeken moet worden naar voorzieningen, mobiliteit, energievoorziening en waterhuishouding. De nieuwbouw dient binnen de bebouwde kom gerealiseerd te worden. Daarvoor zijn er drie opties: bouwen bij stations, spreiding over Leidschendam en Voorburg, hoogbouw.

Bij de bouwplannen is Stompwijk niet betrokken. Daar moet nog gekozen worden tussen meer huizen in het lint, bouwen op de velden van Stompwijk’92, een nieuwe wijk aan de Westeinderweg of een combinatie van dit alles.

Wat de groei van werkgelegenheid betreft schetst Van Veller ook drie opties: bij stations, combinatie wonen/werken in woonwijken, meer bedrijven op bestaande bedrijfsterreinen. Verder rept hij over kleinschalige kantoren en bedrijven bij winkelcentra en stations. Overgoo Leidschendam en het gebied bij Station Mariahoeve worden ‘dynamische woon-werk gebieden’. Hij wijst op de trend dat steeds meer inwoners vanuit huis werken en de toename van het aantal ZZP’ers (zelfstandigen zonder personeel).

Inzake energievoorziening ziet Van Veller geen alternatieven ten opzichte van de plannen in de Koersnotitie (100 procent hernieuwbare energiebronnen, lokale energiebronnen, ruimtevraag nieuwe stroomstations, zonnepanelen op daken, windenergie opwekken in het buitengebied mits effecten op landschap en ecologische waarden dat toelaten).

Voor het hoofdstuk Natuur, landschap en agrarische sector meldt de wethouder ook geen alternatieven in vergelijking met de Koersnotitie (het gaat om behoud en bescherming, versterking groene infrastructuur en ecologische verbindingszones, verduurzaming agrarische sector). Ook geen wijziging is er voor de plannen inzake recreatie en toerisme (vergroten waterrecreatie en -toerisme, beter toegankelijk buitengebied).

Alle plannen worden nu getoetst op hun effecten voor de omgeving, inclusief de alternatieven, en beoordeeld. De nota voor de start van de OER, Reikwijdte en detailniveau (NRD), wordt tussen 28 februari en 10 april ter inzage gelegd. Eenieder kan er dan een mening over geven. Gedurende de periode worden ook bijeenkomsten met inwoners georganiseerd (burgerparticipatie).