Wat kan onze hei toch mooi zijn speciaal in de nazomer. Een schitterende en kleurrijke aanblik die tegelijk rustiek en eindeloos aandoet. Je kunt er zo verloren in raken. Zo’n prachtig stuk natuurschoon betreed je dan ook, met alle egards.
Dat geldt niet voor burgervaders, zo las ik in het weekverslag van onze eigen burgervader. Hij ging met zijn collega’s de hei op!
Wij gingen vroeger als kornuiten de paden op, de boer op en meestal om al of niet geoorloofde avonturen te beleven. Ik vroeg mij dus af: Wat moet zo’n club vroede vaderen in vredesnaam op de hei? Is het omdat hei ook vrouwelijk is? Of geeft die lage struikbegroeiing een gevoel van suprematie? Een alles overziend en vanuit de hoogte machtig overheersend gevoel misschien?
Ik had van deze expedities niet eerder gehoord, maar onze burgervader denkt mogelijk dat hij zijn inwoners erg tekort doet om hen niet te laten delen in zijn eigen belevenissen. Het ligt voor de hand om te denken dat het deze inwoners geen bal interesseert, maar dit terzijde.
Leuker wordt het als de club burgervaders naar de Apenheul gaan – een bericht van onze burgervader trouwens op Facebook. Welke diepere bedoeling dit bezoek heeft is nogal duister. Zeker als we weten dat het gezelschap begeleid werd door een gedragsdeskundige.
Zou het zijn om te leren van deze primaten? We weten tenslotte dat elke apenkolonie een onbetwist leider heeft die de rest met gezag bestuurt en in het gareel houdt. Een strenge baas die bestraft maar zeker ook beschermt. Of zou de gedragsdeskundige willen overbrengen dat eigenschappen van de burgervader niet moeten worden nageaapt? Je wilt immers vooral iemand die authentiek is met betrouwbaarheid en eerlijkheid, onbevooroordeeld, een steun en vertrouwd aanspreekpunt zonder egotripperij of geldingsdrang.
Jammer genoeg roept onze burgervader dit beeld niet op. Je zou verwachten dat de inwoners zich wekelijks kunnen herkennen in een empathische column van zijn hand. Een weergave van uiteenlopende dagelijkse dingen die inwoners interesseren en die ze ervaren. Maar nee hoor, ik persoonlijk lees merendeels de persoonlijke interesse en belevingswereld van onze ‘steun en toeverlaat’.
Geen wonder dat ik veel teveel mensen ontmoet die weinig of geen klik ervaren met deze man. ‘Hij is geen burgemeester maar een collegemeester’, hoor ik vaak om me heen. Het meest zorgelijke vind ik het gebrek aan zelfreflectie die bij deze functie op zijn plaats is.
Ik heb het idee dat de hei en Apenheul hem niet dichter bij de mensen hebben gebracht. Hoewel ik dit de inwoners van harte gun. Het gezegde schoot even door mij heen: ‘Al draagt een aap een gouden ring…’ en het zweet brak me uit. Ik verlang nu even naar die mooie hei.
(Burgermans, inwoner)