De gemeente heeft een probleem met integriteit (eerlijk en betrouwbaar zijn). Binnen de ambtelijke organisatie wordt maar 25 procent van alle waargenomen schendingen van integriteit gemeld. ‘Dit duidt op een dieper liggend probleem rond vertrouwen en veiligheid. De angst voor represailles en het gebrek aan vertrouwen in een goede afhandeling vormen hierbij cruciale barrières’.
Dat staat in het Jaarverslag integriteit 2024 dat de gemeente heeft vrijgegeven. Vorig jaar werd binnen het gemeentelijk apparaat een integriteitsonderzoek uitgevoerd in samenwerking met de bureaus Berenschot en Statisfact. Dat richtte zich op: ervaringen met integriteitsschendingen; bekendheid met regels en procedures; omgang met werkdilemma’s.
Uit het onderzoek kwam een tegenstrijdigheid naar voren: terwijl de overgrote meerderheid van de ambtenaren aangeeft integriteit hoog in het vaandel te dragen, blijkt de praktijk weerbarstiger. ‘Deze spanning tussen ideaal en werkelijkheid vormt de kern van een breder vraagstuk over organisatiecultuur en leiderschap in publieke organisaties’, zo staat in de stukken.
‘Waar leidinggevenden overwegend positief zijn, ervaren medewerkers meer knelpunten en dilemma’s. Dit onderscheid kan leiden tot een situatie waarin leidinggevenden onbedoeld bijdragen aan het in stand houden van problemen die ze zelf niet waarnemen’, staat in het Jaarverslag.
‘Uit de dagelijkse praktijk van het afdoen van integriteitsmeldingen komt ook een beeld van een toenemend ‘integritisme’ naar voren: integriteit gebruiken als wapen om anderen aan te vallen, dan wel zich te verdedigen tegen kritiek op bepaalde andere aspecten van het werk of gedrag van een medewerker. Integritisme leidt tot gebrek aan transparantie, handelingsverlegenheid en sterkere verstoring van de werkrelaties en dient daarom bestreden te worden’.
‘De weg voorwaarts lijkt te liggen in het erkennen dat integriteit meer is dan het opstellen van regels en procedures. Het gaat om het creëren van een cultuur waarin mensen zich vrij voelen om twijfels te delen, waarin fouten maken mag en waarin leiders laten zien wat het betekent om integer te handelen’.
Dit vraagt om ‘….het bouwen van bruggen tussen formele systemen en de dagelijkse realiteit van medewerkers. Alleen dan kan een cultuur ontstaan waarin integriteit geen abstract ideaal is of een set juridische codificaties, maar een levende praktijk die gedragen wordt door alle lagen van de organisatie en die zich permanent ontwikkelt en aanpast aan de tijd’.
In 2024 zijn 10 formele integriteitsmeldingen gedaan, waarvan 4 door een inwoner. Alle zaken zijn onderzocht en afgehandeld. Van de meldingen door inwoners hadden er 2 betrekking op een datalek en/of privacyschending. Deze zijn door de functionaris gegevensbescherming afgehandeld. De andere 2 meldingen door inwoners zijn ongegrond verklaard.
De 6 meldingen uit de eigen organisatie betreffen 4 maal omgangsvormen, 1 keer belangenverstrengeling en 1 keer een privacyschending. De melding belangenverstrengeling is ongegrond verklaard. Van de 4 meldingen omgangsvormen, is er 1 deels gegrond verklaard. Bij 2 meldingen is het onderzoek voortijdig stopgezet vanwege het vertrek van de medewerker waarover de melding ging.
Bij 1 melding is een extern onderzoeksbureau ingeschakeld om diepgaand eventuele misstanden te onderzoeken. Gedurende het onderzoek is duidelijk geworden dat er eigenlijk sprake was van meerdere vermoedelijke misstanden. Het betrof hier de omgang tussen management en medewerkers, de medewerkers onderling, en een casus van het onrechtmatig wijzigen van een beschikking’.
‘De onrechtmatige wijziging is vastgesteld, waarbij de oorzaak ligt in het niet zorgvuldig volgen van de interne procedures door de medewerker. Hierop zijn alle betrokken medewerkers beter geïnformeerd over de vereisten van de procedure. De klacht over omgangsvormen is ongegrond verklaard. Wel is uit dit onderzoek naar voren gekomen dat omgangsvormen een steeds groter vraagstuk zijn geworden op de werkvloer en dat vanuit integriteit hier meer aandacht voor moet komen’.
De gemeente kent 5 interne vertrouwenspersonen en 1 externe. Zij hebben in totaal 30 zaken gehad. Hiervan hebben 29 betrekking op omgangsvormen en betreft 1 zaak een integriteitsvraagstuk. ‘Voor zover bekend, zijn al deze zaken naar ieders tevredenheid afgedaan’, zo wordt aangegeven.
De externe vertrouwenspersoon was een proef in 2023 en 2024. Die wordt nu omgezet in een blijvende relatie. De externe vertrouwenspersoon is zeer waardevol bij oplossing van het (vermoedde) integriteitsprobleem. Degene die er gebruik van maakt wil de interne vertrouwenspersoon kennelijk niet inschakelen. Een volgende stap is dan opstappen of een juridische procedure starten.