De oppositiepartijen CDA, PvdA, GroenLinks en ChristenUnie hebben harde kritiek op een verlaging van het gemeentelijke budget voor hulp aan inwoners met schulden (schuldhulpverlening). Trokken B&W er vorig jaar nog 1,4 miljoen euro voor uit, in 2028 is dat nog 1,1 miljoen euro. Dit terwijl het aantal inwoners met schulden juist toeneemt.
Zegslieden van de vier partijen kwamen met hun opmerkingen in een debat in een commissie van de gemeenteraad over het Beleidsplan schuldhulpverlening 2025-2028 van wethouder Philip van Veller. In het plan staat geen nieuw beleid. Het borduurt voort op wat er al aan hulp is.
De wethouder stelde dat hij geen extra geld voor de schuldhulpverlening wil uittrekken. De afname van budget was volgens hem mogelijk omdat schuldhulp-trajecten sinds medio 2023 op last van het rijk nog maar 1,5 jaar lopen in plaats van 3 jaar. Dat levert een besparing op. Een deel daarvan heeft hij ingezet op maatregelen die schulden bij inwoners moeten voorkomen.
Van Veller erkende dat het nieuwe beleid mogelijk leidt tot meer vraag naar nazorg omdat inwoners met schulden maar korter worden geholpen, en dus mogelijk weer terugvallen in oude gewoonten. Of dat gaat gebeuren en in welke mate is nog niet duidelijk. De wethouder zei daarover pas medio 2026 met nadere mededelingen te kunnen komen.
Er wordt nog wel gehoopt op extra geld van het kabinet voor dit beleid. Pas in mei zal blijken of dat er komt, en om welk bedrag het dan gaat.
De oppositiepartijen willen een nader debat over de zaak voeren binnen de gemeenteraad en daar ook voorstellen het budget op te hogen. Een mogelijke dekking voor die uitgave is lastenverhoging voor de burger. Binnen de coalitie VVD, GBLV, D66 voelt men daar niets voor.