Leidschendam-Voorburg is een door liberalen bestuurde gemeente. VVD/GBLV/D66; alle drie hebben ze die politieke richting. De één wat meer rechts liberaal, de ander wat socialer liberaal maar toch, liberaal zijn en blijven ze.
Het liberalisme kenmerkt zich door ‘vrijheid blijheid’. Overheidsingrijpen is eigenlijk uit den boze. Zeker als dat de individuele vrijheid beperkt. De overheid moet het juist mogelijk maken dat eenieder zich kan ontplooien.
Hoe opvallend is het dan wethouder Jeffrey Keus (GBLV) te horen spreken over het ‘beperken van het autobezit’ en de ‘noodzaak’ er van. En dat niet in een achterkamertje of met de hand voor de mond, nee, in een vergadering van een commissie uit de gemeenteraad. Een openbaar beraad dat ook nog live via internet te volgen was.
Nog opmerkelijker was het dat tot nu toe niemand reageerde op zijn uitspraak. Niet vanuit de politieke partijen, noch vanuit de samenleving. Ook VVD-gemeenteraadslid Rick de Klerk zweeg terwijl die toch in hetzelfde overleg met Keus nog pleitte voor het geven van ruim baan aan de auto.
Jeffrey Keus maakte zijn minder auto’s opmerking in relatie tot parkeerproblemen in de gemeente. Er zijn te veel wagens in verhouding tot het aantal beschikbare parkeerplaatsen. Niet alleen van inwoners uit de gemeente zelf, maar ook van lieden uit buurgemeenten die hun wagens in Leidschendam-Voorburg neer zetten. Veelal omdat ze in de eigen gemeente (Den Haag!) moeten betalen om het blik langs de stoeprand te kunnen zetten.
Om dat laatste tegen te gaan zou je als Leidschendam-Voorburg natuurlijk ook betaald parkeren kunnen invoeren. Maar dat willen VVD, GBLV en D66 nu juist niet. Staat ook in het coalitieakkoord waar ze steeds naar verwijzen als ze erop worden aangesproken.
Maar waarom eigenlijk niet? Blauwe zone’s (en die zijn er wel) zijn ook een vorm van betaalt parkeren. Om er langer te mogen staan dan een aangegeven periode moet je vergunning hebben. Van de gemeente, en dat kost geld.
En wat de denken van de ‘parkeerregulering’ die VVD, GBLV en D66 in de hele gemeente mogelijk maken? Een regulering die erop neerkomt dat alleen mensen met een vergunning er hun auto mogen neer zetten. Een vergunning waarvoor betaald moet worden.
Dan is er nog de idee van Jeffrey Keus om het aantal parkeervergunningen per woonadres aan banden te leggen. Eén of twee; dat is de keuze. Kan ook nog per wijk/straat verschillen. Al naar behoefte.
Kennelijk is dus de redenering: als je maar zorgt dat inwoners hun auto’s niet meer, of alleen nog tegen betaling, kunnen parkeren, bedenken ze zich wel drie keer voordat ze een auto kopen. Of doen hun auto van de hand.
Vrij naïef in de wetenschap dat er voor velen geen alternatief is in de vorm van lopen, fietsen, openbaar vervoer. Of ze rijden in een wagen van de zaak. Dan wel hebben geld genoeg zich betaald parkeren te kunnen veroorloven.
Daarbij komt dat de gemeente zelf ook probleemveroorzaker is. Als je almaar meer woningen laat bouwen binnen de gemeentegrens, komen er ook meer auto’s. En als je dan tegelijk de zogenoemde ‘parkeernorm’ (parkeerruimte per woning) beperkt is het niet meer dan logisch dat er een parkeerprobleem ontstaat.
Al bijna tien jaar geleden berichtte een GroenLinks-wethouder de gemeenteraad dat alle parkeerplaatsen in de gemeente ‘bezet’ waren. Er is echter door de opeenvolgende colleges van B&W niets aan gedaan. Integendeel. Het probleem werd vrolijk vergroot. En nu mag de burger voor de gevolgen opdraaien. Betaald parkeren en/of auto inleveren. Meer parkeerruimte creëren staat niet in het woordenboek.
En wat verkeersveiligheid betreft: die is ook anders te bedienen dan door het beperken van het aantal wagens op de weg. Het gaat immers vooral om het gedrag van de bestuurder. Er gebeuren rare dingen.