En wéér gaat het fout door wethoudersgeklungel.

Daar gaan we dus weer: in 2016 al begon het werk aan Mall. Een afschuwelijk jaar voor de gemeente en de inwoners, die vanaf toen geconfronteerd werden met de willens en wetens (!) door wethouders veroorzaakte schade. En dat is, jawel, hetzelfde jaar sinds wanneer het college door nalatigheid en onkunde t.a.v. de AVG, bewust risico’s neemt met andere wezenlijke belangen van de inwoners. Dat begon dus allemaal negen jaar geleden.

Op een echte oplossing van de parkeeroverlast door de Mall is na negen jaar niet meer te rekenen, en zelfs een tegemoetkoming lijkt niet eerder dan na het aantreden van een compleet nieuw gemeentebestuur in het verschiet te liggen. En die tegemoetkoming zou dan volgens de huidige wethouder zelfs niets meer dan een ‘compensatie’ uit eigen zak zijn. Immers de kosten moeten ten laste komen van degenen die schade lijden en niet ten laste van de veroorzaker van de schade de eigenaar van de Mall, URW.

En ook in dit geval komen de vragen op of het welbegrepen eigenbelang van B&W is om niets te doen omdat dat het makkelijkst is? Of dat het complete desinteresse is? Waarschijnlijk allebei, want nu worden de problemen de facto doorgeschoven tot na de verkiezingen en dat doorschuiven kan alleen bij complete desinteresse voor de belangen van de inwoners. Of mág het college niet met een échte, inwonervriendelijke oplossing komen? Mag dat niet van URW?

We moeten het uitstelgedrag van de wethouder niet accepteren. Écht niet accepteren. Dat moet de boodschap aan het gemeentebestuur zijn.

Laat het gemeentebestuur eens doen wat er in een beschaafde gemeente zou gebeuren, in een gemeente waar het college een betrouwbare partner wil zijn voor inwoners, organisaties en ondernemers: de veroorzaker(s) voor de schadevergoeding aansprakelijk stellen en dan zelf opstappen. Direct, zodat er per omgaand een nieuw, integer en competent bestuur gekozen kan worden.

2026, het `ravijnjaar` zoals gemeenten vaak stellen? Voor ons was het 2016.

(Carlo Wagenmans)