‘Twijfelachtig’ en ‘De conclusie is niet pluis’; deze kwalificaties staan in interne stukken van het Centraal orgaan opvang asielzoekers (COA) aangaande de eigenaar van het Holiday Inn-hotel, Stationsplein Voorburg. De partij waarmee het COA een huurovereenkomst heeft gesloten voor de opvang van asielzoekers in het hotel. De stukken zijn door het COA vrijgegeven na een beroep op de Wet open overheid (WOO).
‘Twijfelachtig’ is het oordeel na een openbare bronnenonderzoek dat de afdeling huisvesting van COA zelf deed. Het stuk is van 23 april 2024. Het betrof Orion Global Hospitality b.v., ZET Holding b.v. en ZEP Holding b.v.. Alle drie zitten op hetzelfde adres in Scheveningen. Ze zijn eigendom van H. P. Veldhuyzen van Zanten.
‘De conclusie is niet pluis’ staat in een COA-stuk van 29 april 2024. Het is gebaseerd op een onderzoek bij openbare bronnen. ‘Dit komt door: geen jaarrekening de laatste 5 jaar (We weten niets over zijn financiële positie); Faillissement gevonden, en; Onnodig groot organogram en diverse negatieve berichten’, zo staat er te lezen.
De twijfels bestonden bij drie onderdelen van het COA: leadsbureau, juridische zaken, business control.
Per 1 mei kreeg het COA de beschikking over een ‘Integriteitsverklaring’ van de verhuurder. Die dateerde overigens van 27 juni 2023. Daarnaast staat in een COA-notitie te lezen dat de gemeente Voorburg in 2018 een Bibop-onderzoek (onderzoek integriteit, red.) naar de verhuurder liet doen ‘en daar kwamen geen rare dingen uit’.
De verhuurder laat zelf weten in aanraking te zijn geweest met justitie (getuigenverhoor De Pier Scheveningen inclusief schikking); een civiele zaak te hebben lopen tegen zijn voormalige partner bij de aankoop van het hotel (toen nog Easyhotel); een tuchtzaak te hebben aangespannen tegen partner in een advocatenkantoor.
Het feit dat er geen jaarrekening is van de laatste vijf jaar wordt als volgt verklaard: ‘De eigenaar heeft alle aandelen van de B.V.’s in handen, waardoor de openbaarmaking van de jaarrekeningen veel inzicht geeft in zijn privévermogen. Vanuit die optiek kan dit voor ondernemers onwenselijk zijn’. Het ‘faillissement gevonden’ wordt als volgt becommentarieerd: ‘Ondernemen is niet zonder risico en het faillissement heeft betrekking op een ander type bedrijfsvoering (Gabon-winkels, verkoop van o.a. zeepproducten)’. En over het grote organogram wordt opgemerkt: ‘Eigenaar is zeer vermogend en actief in diverse branches en heeft daardoor verschillende B.V.’s opgericht’.
Op 15 november 2024 sloot het COA ondanks de eerdere oordelen een huurovereenkomst met ZEP Holding b.v.. Dat gebeurde om door de verhuurder aangedragen fiscale redenen. Eerdere overeenkomsten werden aangegaan met Orion Global Hospitality Holding b.v., een volle dochter van de ZEP Holding b.v.. Overigens is de ZET Holding b.v. de eigenaar van de ZEP Holding b.v..
Uit de stukken blijkt dat het COA ook een ‘gesloten’ bronnenonderzoek heeft laten doen naar de verhuurder. Daarna kwam er ‘groen licht’.
De gemeente heeft in mei 2024 na intern beraad van B&W het hele proces rond de komst van de opvang stop gezet, zo blijkt uit de COA-stukken. Op grond waarvan valt niet uit de documenten op te maken. Ook niet waarom de zaak later weer in gang is gezet. Het COA spreekt in dit verband over ‘de Voorburg soap’ en noemt de hele gang van zaken ‘onwijs vervelend’. Ook wordt duidelijk dat de gemeente ‘veel commotie’ verwachtte over de komst van de opvang. Informatieavonden die toen al gepland waren, werden verschoven naar de toekomst.
ZEP Holding b.v. en COA kwamen later overeen dat het COA twee maanden geen huur hoefde te betalen (15 november 2024-15 januari 2025) en dat er tijdens de verbouwing van het hotel maar 50 procent van de maandhuur voldaan moest worden. Overigens betaalde het COA een jaar normale huur vooruit. In januari van dit jaar beklaagde de verhuurder zich over het feit dat het COA de maandhuur niet had betaald.
Op grond van de WOO heeft het COA geweigerd een groot aantal stukken te openbaren. Het ging daarbij om documenten met persoonlijke beleidsopvattingen; stukken die op grond van het WOO-verzoek speciaal gemaakt moesten worden; bedrijfsgegevens; informatie inzake de persoonlijke levenssfeer; stukken die het functioneren van het COA zouden benadelen.
Stukken die niet werden vrijgegeven waren onder andere: paspoort verhuurder, voorstel hoteleigenaar, intentieovereenkomst, hoofdlijnenbrief, overname hotel, vragen over eigenaren, facturen, derdenbeslag onder COA en crediteurenbetaling.