Nieuws
Bezwaar tegen opvang asielzoekers

46 omwonenden hebben bij de gemeente formeel bezwaar aangetekend tegen de komst van een opvang voor zo’n 200 asielzoekers in het Holiday Inn-hotel, Stationsplein 8 Voorburg. De opvang zou op 1 juli moeten starten. De 46 zeggen zich gesteund te weten door de 748 ondertekenaars van een petitie tegen de komst van de opvang. De petitie deed vorig jaar de ronde.

De bezwaarmakers zijn geen principiële tegenstanders van asielopvang, zo geven ze te kennen. Ze vinden de locatie en zijn karakteristieke omgeving en leefklimaat ongeschikt voor passende en humane asielopvang. ‘De belangen van zowel asielzoekers en als omwonenden zijn niet gediend met de besluiten en handelwijze van het College (van B&W, red.)en het COA (Centraal orgaan opvang asielzoekers, red.). Zij handelen in strijd met de bepalingen en intenties van de Omgevingswet en de beginselen van goed bestuur’.

In het bezwaarschrift worden 22 gronden voor bezwaar genoemd, verdeeld over vijf categorieën.

1. Procedurele gebreken: De omgeving is overvallen door de plannen, en ontijdig en onvolledig geïnformeerd; Het College ontwijkt het voeren van een open dialoog met de goed ontwikkelde omgeving; Er is sprake van schijnparticipatie, waarbij de klankbordgroep selectief is samengesteld; Het veiligheidsplan is pas vrijgegeven onder druk van omwonenden en de gemeenteraad; De gemeenteraadscommissie Samenleving met zijn breed maatschappelijke blikveld is bewust omzeild; De positieve vereisten van de Omgevingswet voor transitieprojecten zijn volledig miskend.

2. Onevenredige concentratie: Op 700 meter afstand bevinden zich al twee opvanglocaties met in totaal 800 personen; De cumulatieve belasting van in totaal 1000 asielzoekers binnen 1 kilometer is disproportioneel; Door verwatering van de resterende hotelfunctie van Holiday Inn loopt de opvang verder op; De effecten van deze concentratie zijn niet onderzocht, ondanks wettelijke verplichting.

3. Ontoereikende ruimtelijke onderbouwing: Onderzoek naar effecten op de karakteristieke, historische leefomgeving ontbreekt; De opvang biedt geen buitenruimte voor de bewoners, waardoor nog meer omgevingsdruk; Onduidelijkheid over uiteindelijk aantal en samenstelling van te huisvesten asielzoekers; Gedegen onderzoek naar sociaal-maatschappelijke inpassing niet verricht.

4. Economische en maatschappelijke gevolgen: Waardedaling van omliggende hoogwaardige woningen (5-15% in vergelijkbare gevallen); Schade aan de recreatieve, toeristische aantrekkingskracht van het Huygenskwartier; Verzwakking van het vestigingsklimaat door verlies van het internationale hotelmerk; Asielopvanglocatie is maatschappelijk gezien ongeschikt voor zowel asielzoekers als bewoners en ondernemers in de buurt.

5. Juridische bezwaren: Onjuiste toepassing van de Omgevingswet, waaronder de BOPA-procedure (buitenplanse ontwikkeling). De BOPA-procecure is er niet voor functiewijzigingen met grote impact op de omgeving; Geen evenwichtige toedeling van functies aan locaties volgens Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl); Strijdigheid met het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl); Geen respect voor wettelijke beginselen van behoorlijk bestuur door onzorgvuldige, niet transparante besluitvorming.

‘Gelet op deze bezwaren verzoeken wij primair om herroeping van het besluit en definitieve afwijzing van deze locatie voor asielopvang. Subsidiair verzoeken wij om een hernieuwde procedure met deugdelijk onderzoek, volwaardige participatie en zorgvuldige waarborgen. Dit bezwaarschrift heeft een spoedeisend karakter vanwege de onomkeerbare gevolgen bij uitvoering’.

‘Wij zijn woonachtig bij of in de aangrenzende buurt en veelal dagelijkse gebruikers van het Stationsplein (bus- en treinstation) en het daarmee verbonden Huygenskwartier (wonen, winkelen, horeca, cultuur). Daardoor worden wij bij uitvoering van het vergunde plan rechtstreeks in onze belangen geraakt en zijn wij aan te merken als wettelijk belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht’.

‘Verwijzend naar recente jurisprudentie over het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ merken wij op dat de invloed van een asielopvanglocatie zich verder uitstrekt dan alleen directe omwonenden. De uitstraling en impact op de leefomgeving van het verblijf van ongeveer 200 asielzoekers verschilt wezenlijk van het gebruik voor horecadoeleinden, waar werknemers en bezoekers in een beperktere kring aanwezig zijn. Bewoners van opvanglocaties Holiday Inn en naburige Binkhorst bewegen zich in een veel breder gebied voor dagelijkse activiteiten, waardoor de effecten zich ruimer in de naaste omgeving doen gelden. Voor de karakteristieken van deze omgeving gelden bovendien verzwarende factoren’.

De bezwaarmakers bestempelen de traagheid waarmee B&W stukken heeft geopenbaard als ‘onprofessioneel’ en ‘weinig verbindend’. Openheid en transparantie zijn niet vanzelfsprekend hetgeen wijst op een gebrekkige bestuurscultuur, zo stellen zij.

De bestuursovereenkomst die B&W met COA afsloot toont ‘cruciale tekortkomingen’ zoals: geen waarborg voor evenwichtige bewonerssamenstelling – geen inspanningsverplichting COA; mankerende begeleiding en zinvolle tijdsbesteding van asielzoekers; asymmetrische opzeggingsmogelijkheden – alleen COA kan eenzijdig opzeggen; vage verantwoordelijkheden voor omgevingsveiligheid – geen concrete maatregelen; geen formele betrokkenheid van omwonenden – geen (mede-)zeggenschap.

B&W negeren de zogenoemde ‘zorgplicht’ die inhoudt dat zij moeten opkomen voor de levenskwaliteit in de woonomgeving door het behartigen van de belangen van de inwoners, te zorgen voor een veilige leefomgeving, belangen en functies evenwichtig af te wegen. De bezwaarkamers stellen dat B&W het wantrouwen dat er al bestaat tussen burger en overheid voeden.

De bezwaarmakers wijzen erop dat de Omgevingswet uitgaat van het bevorderen van de omgevingskwaliteit. Dit in tegenstelling tot vroegere wetgeving die uitging van de stelling ‘alles mag mits het andere nier schaadt’. B&W hebben zich in deze op dat principe gebaseerd, zo stellen zij. De juridische grondslag voor de vergunningverlening ontbreekt. Onduidelijk is ook welke belangen B&W hebben mee laten wegen in hun besluit.

Het veiligheidsplan noemden bezwaarmakers ‘ontoereikend’. Het plan is ontoereikend, vrijblijvend, geeft geen antwoord op zorgen over de buitenruimte nog antwoord op de vraag hoe wordt er opgetreden bij incidenten?

De bezwaarmakers hekelen het ontbreken van een verkeersonderzoek, onderzoek naar impact op omgeving, een locatieafweging en een onderzoek naar de sociaal-maatschappelijke inpassing (druk op voorzieningen, sociale veiligheid).

Verder worden B&W ervan beticht in oktober 2024 nog te hebben ontkend dat de opvang er kwam terwijl dat toen al vast stond, selectief informatie te hebben verschaft en onderzoeksgegevens te hebben achtergehouden.

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com