De gemeenteraad kent plots 36 in plaats van 35 leden. Dat is wettelijk niet toegestaan. Afgelopen dinsdag traden tijdens zogenoemde beeldvormende vergaderingen zowel CDA-gemeenteraadslid Jorrit Koster als ex-CDA-gemeenteraadslid Lieke Muller op. Koster verving Muller tijdens haar ziekteverlof. Het CDA wilde haar niet terug hebben in de fractie doch Muller liet weten als zelfstandig raadslid verder te gaan. Dat betekende dat Koster zijn plek diende op te geven.

Op de website van de gemeente werd Lieke Muller tot donderdagmiddag niet opgevoerd als raadslid. Wel Jorrit Koster. Nadat Vlietnieuws over de zaak vragen had gesteld werd zulks gewijzigd. Koster ‘verdween’ uit de opgave van de CDA-fractie en Muller werd toegevoegd als ‘fractievoorzitter Aandacht-LV’.

Er is geen ontslagbrief van Koster als gemeenteraadslid bekend. Wel staat op de agenda van de gemeenteraad van 27 mei zijn benoeming tot raadscommissielid. Als dan zakt het aantal raadsleden weer naar 35.

Muller verliet de gemeenteraad op 8 oktober 2024. Formeel had zij recht op 16 weken verlof. Dat werden er 32; tot 20 mei. Het is toegestaan langer gebruik te maken van de verlofregeling. Dat heeft geen gevolgen voor de vergoeding als raadslid van bijna 1900 euro per maand.

Op de vraag hoe het kon zijn dat zowel Koster als Muller optraden als gemeenteraadsleden en de raad dus 36 leden kende, laat de griffier van de gemeenteraad, Raymond Jeene, in eerste instantie weten dat Koster er niet als raadslid was.

Nadat hij erop werd gewezen dat er geen formeel besluit van de gemeenteraad ligt waarbij Koster van gemeenteraadslid, commissielid wordt luidt de reactie: ‘Hij was die avond geen raadslid en ook geen commissielid’. Dat Koster zich echter wel als zodanig presenteerde kreeg als antwoord: ‘Hij mocht als inwoner vragen stellen’.

In de beeldvorming stelde Koster zich voor als ‘aankomend raadscommissielid voor het CDA’. Dat leidde tot gelach in de zaal. Daar waren alleen raadsleden, wethouder Astrid van Eekelen en ambtenaren aanwezig.

De omvang van een gemeenteraad wordt bepaald aan de hand van het aantal inwoners van de betrokken gemeente. Dat is in de Gemeentewet vastgelegd. Voor Leidschendam-Voorburg zijn dat er 35.