In de periode tot 2035 moeten bezoekers van de Mall er ‘geleidelijk’ toe worden gebracht om met de fiets of het openbaar vervoer te komen en niet meer met de auto. Dat is de uitkomst van een zogenoemde ‘speerpuntsessie’ die gemeenteraadleden, B&W en ambtenaren hebben gehouden. Daarbij wordt de strategie bepaald voor beraden binnen de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). Dit jaar worden die sessies voor het eerst gehouden.

De duurzame bereikbaarheid van de Mall wordt als een ‘grote opgave’ gekenschetst. Er wordt op gewezen dat de werken aan de N14 (ondergrondse kruisingen in de gemeente) langdurig op pauze staan. Daarbij wordt het jaartal 2035 gebruikt.

Voor de bereikbaarheid over de weg is het Operationeel mobiliteitscentrum (OMC) verantwoordelijk. Daarnaast wordt ingezet op ‘mitigerende’ (verzachtende, red.) maatregelen zo lang de werken aan de N14 niet plaats vinden.

Wat de fiets betreft wordt gesproken over ‘verkeersmaatregelen’ en een fietsenstalling. Inzake openbaar vervoer moeten werken bij station Leidschendam-Voorburg (RandstadRail/metro) uitkomst bieden. Die betreffen de ‘hoofdingang’ alsmede de andere kant van de Vliet (lift, nieuwe voetgangersbrug). Het station is 2 kilometer weg van de Mall.

Ambtenaren moeten zich inzetten voor de werken aan de N14, meer Mall-reizigers in het openbaar vervoer, betere fietsverbindingen en het stimuleren van fietsgebruik voor Mall-bezoekers. De bestuurders moeten trachten afspraken te maken over de financiering van maatregelen inzake de bereikbaarheid van de Mall.

Als ‘partners’ worden genoemd de MRDH, HTM, EBS (streekvervoer), URW (Mall-eigenaar), Rijkswaterstaat, provincie Zuid-Holland, gemeente Den Haag en het OMC. Voor de ‘langere termijn’ komt daar het ministerie van Infrastructuur bij.