De bewonerscommissie van ruim 200 sociale huurwoningen in de Heuvelwijk Leidschendam maakt zich grote zorgen over de aanstaande warmtetransitie: weg van het gas. In tegenstelling tot de huiseigenaren mogen de huurders van woningcorporatie WoonInvest niet zelf kiezen voor een warmteoplossing. Zij zijn verplicht een contract af te sluiten met InWarmte voor blokverwarming en uiteindelijk een warmtenet. Hierbij ontbreekt iedere rechtszekerheid over de kosten voor de huidige en toekomstige bewoners.
De woningcorporatie en InWarmte hebben diverse keren toegezegd dat het vastrecht van 300 euro per jaar en de prijs voor de warmtelevering alleen onderhevig zouden zijn aan inflatiecorrectie. De voorwaarden van de overeenkomst krijgen de huurders echter pas op papier op het moment dat InWarmte de warmtelevering overneemt van de huidige aanbieders. Dit is komende herfst. De huurders zijn gedwongen te tekenen omdat er anders geen warmtevoorziening in de flats aanwezig is.
Volgens de Autoriteit Consument en Markt, die de maximumprijzen vaststelt, mag een aanbieder nu alleen al voor het vastrecht 800 euro per huishouden vragen. Dergelijke bedragen zijn voor de gemiddelde huurder in de betreffende flats niet op te brengen. Nu staat niets een dergelijke prijsverhoging juridisch in de weg, aldus de bewonerscommissie Heuvelwijk.
InWarmte wordt rond 2032 afgelost door een andere partij. Het is de bewonerscommissie niet bekend of de afspraken met de opvolger van InWarmte juridisch bindend zijn vastgelegd. De huurders weten dus ook niet of deze voor hen nog onbekende opvolger betaalbare tarieven zal hanteren.
Gezien de passieve opstelling van de gemeente heeft de bewonerscommissie per brief de gemeenteraad benaderd. De commissie vraagt de raad met klem om B&W te bewegen tot:
1. Het openbaar maken van alle stukken die het contract voor de warmtelevering betreffen,
2. Het verstrekken van onontbeerlijke juridische en praktische ondersteuning, waarmee de bewonerscommissie als gelijkwaardige partner van WoonInvest en InWarmte tot juridisch bindende afspraken kan komen voor de toegezegde termijn van 30 jaar,
3. Een financiële garantiestelling van de gemeente voor het geval de huurders toch worden geconfronteerd met andere prijsverhogingen dan de inflatiecorrectie.
‘Volgens de gemeente zijn alle risico’s voldoende afgedekt. In dit geval zou de gevraagde garantiestelling bij tegenvallers voor de exploitant dus slechts een formaliteit zijn, waarmee de onrust en onzekerheid in meer dan 200 huishoudens moeiteloos kan worden weggenomen. Wat let de gemeente dan om de garantiestelling af te geven?
De gemeente heeft het project van de warmtetransitie binnengehaald en draagt er de politieke verantwoordelijkheid voor. Zeker in het licht van de huidige opstelling van WoonInvest en InWarmte kan zij zich niet aan deze verantwoordelijkheid onttrekken en toekijken hoe ongewenste financiële gevolgen voor rekening dreigen te komen van de minst draagkrachtigen in de lokale maatschappij’, zo staat in de brief aan de gemeenteraad.