Nieuws
Verkeerschaos: Mall uit bestemmingsplan gehaald

B&W hebben besloten het gebied van en rond de Mall uit een reeds vastgesteld bestemmingsplan Stedelijk te halen. Dit als antwoord op kritiek van de Raad van State. Die liet op 7 mei weten dat de gemeenteraad in de fout was gegaan bij het vaststellen van het bestemmingsplan in februari 2022, daar waar het gaat om de verkeersoverlast rond de Mall. De raad ging er van uit dat de overlast aanvaardbaar was, dan wel op termijn aanvaardbaar zou worden. Dit zonder nadere onderbouwing. En terwijl de omstandigheden ter plekke zich wijzigden.

De Raad van State oordeelde dat de gemeenteraad de zaak binnen 16 weken moest ‘oplossen’. Volgens B&W is het echter binnen die termijn ‘onmogelijk om onderzoek uit te voeren, te verwerken en een nieuw besluit vast te laten stellen door de gemeenteraad’.

Om toch te voldoen aan de uitspraak is gekozen voor een ‘tijdelijke oplossing’, waarbij het plandeel gelegen tussen de Noordsingel, Johan Sebastian Bachlaan, Heuvelweg en het Groot Zijdepark in Leidschendam uit het bestemmingsplan Stedelijk wordt gehaald. Voor dit gedeelte wordt teruggegaan naar het hiervoor geldende bestemmingsplan ‘Leidsenhage’ uit 2015.

Parallel wordt gewerkt aan een structurele (blijvende, red.) oplossing, die op een later moment kan worden ingepast, aldus B&W. ‘In de tussenliggende periode zal tevens het contact met de Rijksoverheid via de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de provincie Zuid Holland over de aanpassing van de N14 worden gecontinueerd’. De N14 zou in Leidschendam-Voorburg ongelijkvloerse kruisingen krijgen. Die werken zouden tussen 2023 en 2026 plaatsvinden. Na jaren vertraging besloot het rijk echter het hele project te pauzeren. Nu wordt gesproken over 2035.

In een brief aan de gemeenteraad stellen B&W: ‘De gemeente investeert in verkeersmaatregelen om de mogelijke hinder voor direct omwonenden tot een minimaal niveau terug te brengen. Op drukke momenten zal er altijd enige mate van congestie zijn. De gemeente treft op die momenten maatregelen om de verkeersdoorstroming zo goed als mogelijk te begeleiden en de hinder minimaal te houden’.

‘Naast het operationeel bijsturen van het autoverkeer, werkt de gemeente aan extra maatregelen om het autoverkeer te verminderen. Het betreft onder andere aanpassingen aan de inrichting van de omliggende wegen en optimaliseren van verkeerslichten op verschillende kruisingen’.

‘De gemeente ziet in de uitspraak van de Raad van State een bevestiging van haar standpunt dat een brede aanpak van de mobiliteits- en parkeerproblematiek rondom de Mall noodzakelijk én urgent is. Alleen met zo’n brede aanpak kan een acceptabele verkeerssituatie ontstaan op piekdagen in het bezoekersverkeer’.

‘De brede aanpak bestaat uit realisatie van de ongelijkvloerse kruisingen op de N14, verkeersmanagement op de lokale wegen rondom de Mall, parkeerregulering in de wijken rondom de Mall en bevordering van reizen per fiets, openbaar vervoer, vormen van deelmobiliteit en innovatieve vervoerwijzen. Dat is een opgave waarin naast inspanningen van de gemeente ook inspanningen van de Rijksoverheid (de wegbeheerder van de N14) en URW (de eigenaar-exploitant van de Mall) nodig zijn’.

De zaak bij de Raad van State was aangespannen door drie inwoners en een stichting. Het bestemmingsplan Stedelijk was een bundeling van een groot aantal bestaande bestemmingsplannen. B&W stelden dat het ‘conserverend’ was en er geen nieuwe ontwikkelingen door mogelijk gemaakt werden.

Volgens een inwoner die naar de Raad van State stapte is er geen onderzoek gedaan naar de gevolgen van het bestemmingsplan. Er was op dat moment al verkeersoverlast door de Mall-bezoekers. Desondanks lag er geen actueel verkeersonderzoek en werd er geen oplossing voor de hinder aangedragen.

De Raad van State stelde dat de gemeenteraad belangen en een goede ruimtelijke ordening tegen elkaar moest afwegen. De gemeenteraad ging er kennelijk van uit dat de N14 zou worden voorzien van ongelijkvloerse kruisingen.

‘Gelet hierop ziet de Afdeling aanleiding voor het oordeel dat de raad niet deugdelijk heeft gemotiveerd dat ondanks de gewijzigde omstandigheden een aanvaardbare verkeerssituatie en -afwikkeling in en om het winkelcentrum bestaat of kan worden gerealiseerd’, zo staat in het oordeel de Raad van State.

‘Het standpunt dat er in verkeersmaatregelen bij het winkelcentrum wordt geïnvesteerd, waardoor de overlast voor de direct omwonenden op termijn zal afnemen, en het niet nader onderbouwde standpunt dat hij de verkeerscongestie op piekmomenten aanvaardbaar acht, leidt niet tot een ander oordeel’.

‘De raad heeft er geen blijk van gegeven dat deze gewijzigde omstandigheden in de besluitvorming, waarbij het plan is vastgesteld, zijn betrokken. Gelet hierop is het besluit in zoverre niet met de vereiste zorgvuldigheid voorbereid’.

Volgens wethouder Jeffrey Keus (GBLV, verkeer) moeten de gemeente, de Mall- eigenaar en andere betrokken partijen moeten er een schepje bovenop doen om de bereikbaarheid, leefbaarheid en verkeersveiligheid rond de Mall te verbeteren. Hij doet nu de oproep aan alle betrokken partijen om aan de hand van de uitspraak samen harder werk te maken van bestaande en nieuwe afspraken en maatregelen.

Keus: ,,Het werken aan een structurele oplossing is een verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen. Het doel blijft om het gebied rondom de Mall zo snel mogelijk op een duurzame manier beter bereikbaar te maken, autoverkeer verder te verminderen en de leefbaarheid te vergroten. Tegelijkertijd ziet de gemeente dat de huidige maatregelen effectief zijn, maar niet meer altijd afdoende.’’

De Mall was tot nu toe de verantwoordelijkheid van wethouder Astrid van Eekelen (VVD). De brief van B&W aan de gemeenteraad is getekend door wethouder Bianca Bremer (GBLV).

 

 

 

 

 

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter

Social Media Auto Publish Powered By : XYZScripts.com