De gemeente gaat een eigen bijdrage vragen voor begeleiding in de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Het gaat dan om individuele begeleiding, dagbesteding en respijtzorg. De eigen bijdrage wordt 20,60 euro per maand. De begeleiding is gericht op zelfredzaamheid en meedoen in de samenleving.
Dat blijkt uit een Beleidsplan WMO dat wethouder Marcel Belt heeft uitgebracht. Hij noemt het daarin een ‘uitdaging’ om de WMO uitvoerbaar en financieel houdbaar te houden. De kaders zijn nu ‘te breed’, zo stelt hij. De vraag naar WMO-voorzieningen, naast begeleiding zijn dat huishoudelijke hulp alsmede wonen/vervoer/rolstoel, stijgt door vergrijzing en afname van vrijwilligers.
Belt stelt dat mensen hulp en steun in eerste instantie zelf moeten regelen. Pas als dat niet gaat komt de gemeente. Hij wil: informatie over de WMO makkelijker maken; snel passende steun geven; inwoners langer zelfstandig thuis laten wonen; meer vrijwilligers werven; de behoeften van inwoners beter in kaart brengen; betere samenwerking tussen alle betrokken instanties realiseren.
Behalve de eigen bijdrage voor begeleiding, wijst Belt erop dat de gemeente meer geld uittrekt voor Persoonsgebonden budgetten (PGB). Dit nadat jarenlang het budget niet was aangepast aan gestegen zorgtarieven. Met het hogere PGB kan 90 procent van de zorg bekostigd worden, zo geeft Belt aan. Hij kondigt extra controle van zorgaanbieders aan. Klanten moeten ook budgetplannen gaan maken.
Andere acties van de wethouder: een sociale kaart van de inwoners opstellen; telefonische bereikbaarheid verbeteren; initiatief voor burenhulp; meer steun aan mantelzorgers; betere samenwerking welzijnsorganisaties/zorgverleners/gemeente; afdeling wonen bij het beleid betrekken; maatwerk telefonisch regelen in plaats van een huisbezoek.