Wethouder Bremer kon het weer niet laten te waarschuwen voor een schadeclaim van DLR en RVC. ( https://vlietnieuws.nl/2025/06/26/vlietland-toch-nieuw-bestemmingsplan/ )
Gemeenteraad, laat u zich niet voortijdig in een dwangpositie manoeuvreren door angstmakerij van deze wethouder; dat probeerde zij eerder. Mogelijk probeert zij met de dreiging van een schadeclaim weerstand van u te voorkomen en het dossier zoveel mogelijk onder zich te houden zodat zij de haar gemaakte fouten nog zoveel mogelijk kan camoufleren. Een goede daad als het een ander voor dit dossier te behoeden, zou voor haar volstrekt a-typisch zijn, gezien haar soms agressieve benadering van terecht diep bezorgde inwoners over dit onderwerp. Terecht, gezien de kleine 50 zienswijzen die het reeds in 2022 ter inzage gelegde ontwerp-bestemmingsplan opleverde. De gemeente moet die nog steeds afhandelen. ‘Ik moet de wet handhaven`, zei de wethouder. Dat er geen specifieke wettelijke reactietermijn voor een bestuursorgaan is om te reageren op een ingediende zienswijze, kwam duidelijk wel goed uit. Gek dat men dát bij de gemeente wel weet, maar dat men geen opvolging geeft aan de in de wet vastgelegde taken van wethouders.
Belangrijk is nu dat het niet zo is dat elke ingediende claim ook gehonoreerd moet worden. En dat áls een claim al wordt gehonoreerd, de rechter die op basis van de artikelen 3:11 en 3:12 Burgerlijk Wetboek (BW) vaststelt.
Relevant is het al dan niet ontbreken van de goede trouw bij de wederpartij (!) ten tijde van het aangaan van de overeenkomst (artikel 3:11 BW). Is er sprake van het ontbreken van goede trouw als bedoeld in dat artikel (let goed op wat daar écht staat) en is niet aan de eisen van redelijkheid en billijkheid voldaan (artikel 3:12 BW) kunnen de gevolgen heel anders uitpakken.
Kortom, de wethouder had gelijk toen zij `in een fel betoog stelde dat alleen de gemeenteraad een streep door de plannen kan halen.` ‘Als u dit niet wilt, trek er dan de stekker uit. U weet wat het kost. Dat heeft u zelf laten onderzoeken’. Dat weet u dus niet, zie hierboven.
Laat u zich juridisch goed informeren, dus niet door juristen van de gemeente!
U, en geen anderen, staan voor de keuze ernstige fouten van twee wethouders uit het verleden en mogelijk in de toekomst, te corrigeren. Dat heeft een prijs. Want realiseert u zich goed dat naast deze wethouder ook wethouder Van Eekelen, weliswaar op een verschillende manier, van onze gemeente een afvalbak wil maken voor de `behoeften` van bezoekers van andere (!) gemeentes. Bezoekers van de soort zijn die je niet in de gemeente wilt zien. Waarom zij zo acteren is vooralsnog onduidelijk. Vooralsnog.
U bent er, zie de Gemeentewet, voor ónze gemeente en niet ter bescherming van wethouders. Gelet op de door de accountant vastgestelde financiële weerstandscapaciteit (opvang niet begrote kosten) van 62 miljoen euro én als u ook de bizarre uitgaven voor de verbouwing van de Julianabaan afkeurt (wat een hele opluchting voor de inwoners betekent) maakt u een begin van het herstel van de gemeente. Het is altijd beter om geld te besteden aan behoud dan aan vernieling.
Gemeenteraad doe uw werk voor de inwoners van Leidschendam Voorburg, niet voor die uit andere gemeentes en stop de winkelcentrum-waanzin. Dat is uw plicht!
(Carlo Wagenmans)