Gemeenteraadsverkiezing maart 2018. De coalitiepartijen GBLV, D66, PvdA en GroenLinks hadden vooraf afgesproken om na de stembusgang samen door te gaan als de kiezers hen dat toestonden. En dat deden ze, alleen verbraken D66 en PvdA daarna hun belofte. D66 omdat men zelf verloor en vond dat eerst de winnaars maar moesten proberen samen een nieuwe coalitie te vormen, PvdA omdat men plots genoeg had van de GBLV-dominantie.
Het resultaat is bekend. Er kwam een coalitie van VVD, CDA, PvdA en ChristenUnie-SGP. Die steunde op een meerderheid van één zetel binnen de 35-koppige gemeenteraad. Angst regeerde op het Raadhuis. Liever geen initiatieven ontplooien want stel voor dat men de marginale steun in de gemeenteraad verloor; dat werd het motto.
Medio 2020 was het dan toch zo ver: VVD-gemeenteraadslid Arnold Brans stemde met de oppositie mee tegen een bouwplan voor landgoed Schakenbosch. De coalitie was de meerderheid kwijt. En de paniek was daar. In de zomermaanden werd haastig getracht om D66 en/of GroenLinks over te halen van oppositie naar coalitie over te stappen.
D66 weigerde op grond van het bestaande coalitieakkoord uit 2018. GroenLinks verloochende de eigen principes in het najaar van 2020 wel. Het leverde echter qua bestuurskracht, aan nieuw beleid, niets op. Zo daar al plannen toe waren werden die in de kiem gesmoord toen de PvdA de coalitie eind mei 2021, verliet. Reden: de gemeenteraad, inclusief de coalitiepartners, wezen Rabin Baldewsingh als nieuwe PvdA-wethouder keihard af.
Baldewsingh, bekend als Haagse windturbine-wethouder (de windturbine aan de A4 direct naast de Zeeheldenbuurt in Leidschendam-Voorburg), had PvdA-wethouder Nadine Stemerdink moeten opvolgen die naar Voorschoten uitweek om daar burgemeester te worden.
Na het PvdA-afscheid steunde de coalitie opnieuw op maar één zetel meerderheid in de gemeenteraad. Dus zat er niets anders op dan de lopende zaken maar af te wikkelen in de wetenschap dat er na december in politieke zin toch niets meer gebeurde. Vanwege de naderende gemeenteraadsverkiezing van maart 2022.
Vier jaar lang stilstand. Veel plannen; geen uitvoering. Ambtenaren die in grote getalen vertrokken; een niet functionerend B&W. Een VVD-wethouder (Astrid van Eekelen) die alleen maar oog heeft voor gezellige ondernemers, een CDA-wethouder (Juliette Bouw) die het allemaal niet aan kan en kopje onder gaat, een PvdA-wethouder (Nadine Stemerdink) die de eigen belangen belangrijker vindt dan het B&W-collectief.
De enige meevaller, wethouder Jan-Willem Rouwendal (ChristenUnie-SGP). Die doet het tegen ieders verwachting prima, ook al heeft hij van de collega’s alle hoofdpijndossiers gekregen. Burgemeester Klaas Tigelaar zit er ondertussen bij en kijkt er naar. Om begin 2021 maar te besluiten zijn heil ergens anders – in het onderwijs – te zoeken.
O ja, met de toetreding van GroenLinks tot de coalitie werd Floor Kist (opnieuw) wethouder. Gedacht als trouble shooter. Als man om weer beweging in de zaak te krijgen. Het bleef bij veel goede intenties en talloze pogingen.
Morgen mogen de inwoners weer naar de stembus. Hoe de diverse partijen er voor staan beschreef Vlietnieuws al eerder https://vlietnieuws.nl/2022/02/01/partijbeeld-gemeenteraadsverkiezing/ Niet bepaald een vrolijk plaatje.
Recent onderzoek wees uit dat maar eenderde van de kiezers van plan is op dezelfde partij te gaan stemmen als in 2018. Een teken aan de wand voor de zittende politici. Daarnaast is de afkeer van de politiek groot. Heel groot. En laten peilingen een daling zien voor vrijwel alle (landelijke) partijen.
Daarbij komt nog het volgende. Op grond van de uitslagen van de stemmingen in de gemeenteraad was D66 de afgelopen jaren de grootste supporter van de voorstellen waarmee B&W, en partijen in de gemeenteraad zelf, kwamen. In 85 procent van de gevallen stemden de democraten daarmee in. En dat voor een oppositiepartij. De lijst verder: GBLV (oppositie) 83 procent, PvdA (coalitie/oppositie) 78 procent, CDA (coalitie) 77 procent, VVD (coalitie) 76 procent, GroenLinks (oppositie/coalitie) 75 procent, ChristenUnie-SGP (coalitie) 74 procent.
Kortom: in 78,3 procent van de gevallen waren de partijen en B&W het eens met elkaar. Het zijn dus smalle marges waarover het bij de verkiezingen gaat. Hele smalle marges.