Nieuws
400 jaar Molen de Vlieger (2) Tussen de duinen

Dit jaar is het 400 jaar geleden, dat molen De Vlieger in Voorburg werd gebouwd. Dat zal in mei worden gevierd met onder andere de uitgave door de Historische Vereniging Voorburg van een boek over de geschiedenis van deze molen. Vooruitlopend op de jubileumviering vertelt molengids Wim van Horssen in de komende weken in Vlietnieuws het een en ander over molen De Vlieger.

Onzichtbare polder

In de vorige aflevering van deze serie heb ik u verteld, dat molen de Vlieger een poldermolen is. Wie aan een polder denkt, ziet waarschijnlijk weilanden voor zich, sloten, dijken en koeien. De plaats waar De Vlieger sinds 1989 in Essensteijn staat, doet wel wat aan een polder denken met het grasland, de sloten en het grazende vee van de kinderboerderij. Toch is dit maar een fractie van de Binkhorstpolder die onze molen vroeger heeft bemalen. Deze polder heeft namelijk een omvang van 220 ha (= 440 voetbalvelden). Behalve dat wat er nog van weidegrond in Essesteijn rest, is het grootste gedeelte van het grasland onder huizen, gebouwen en wegen verdwenen.

De Binkhorstpolder wordt begrensd door de Broeksloot in het oosten, de Trekvliet naar Den Haag in het zuiden, de spoorlijn Den Haag-Leiden in het westen en de Noordelijke Randweg in het noorden. Tussen de spoorlijn en het Haagse Bos is de Veenpolder (795 ha), die tot halverwege de 15e eeuw een geheel vormde met onze polder.

Vallei

Oud Voorburg is op een duinenrij gebouwd en dat is nog goed te zien. De Herenstraat loopt op tot aan de Oude Kerk en gaat daarna weer omlaag. Ook is vanaf de Parkweg duidelijk zichtbaar dat de kerk wat hoger ligt. Die duinenrij, waarop ook de centra van Rijswijk, Leidschendam en Voorschoten zijn gebouwd, is duizenden jaren voor de jaartelling door zee en wind ontstaan. Daarna hebben de elementen gezorgd voor een tweede duinenrij, waarop nu het centrum van Den Haag, Het Binnenhof en het Haagse Bos is.

Tussen de duinenrijen bleef een vallei over. Omdat het regenwater niet meer naar zee kon stromen, was die vallei zo vochtig dat er veen ging groeien. Voor de boeren die op de duinenrijen woonden, was de vallei aantrekkelijk om hun vee te laten weiden. In het najaar en de winter kon dat echter wel eens een probleem zijn, omdat het gebied dan te drassig werd.

Dweilen met de kraan open

Het regenwater in dit gebied werd van nature afgevoerd door veenriviertjes, waaronder De Broeksloot. Om de afvoer te bevorderen werden ze gekanaliseerd en werden loodrecht daarop sloten gegraven. Dit had echter een nadelig bij-effect. Door de onttrekking van het water aan het veen verdroogde dit waardoor de bodem verder daalde, wat leidde tot nieuwe wateroverlast.

Het waterprobleem werd nog verergerd, doordat ook regenwater vanuit het gebied ten noordoosten van de lijn Wassenaar-Leidschendam  deze kant uit stroomde. Daarom werd hier aan het eind van de 13e eeuw een lage dijk opgeworpen, de Landscheiding. Parallel daaraan werd in de 14e eeuw de Trekvliet gegraven tussen de Delftse Vliet en het centrum van Den Haag.

Aanvankelijk stroomde het overtollige regenwater gewoon de Trekvliet in. Maar dat ging steeds moeilijker naarmate het land verder daalde. Het kanaalwater liep soms zelfs de polder in. Daarom werd in de 15e eeuw langs de Trekvliet een kade gebouwd met sluizen, waardoor het water wel uit, maar niet in de polder kon stromen. Om het afwateringsprobleem echt op te lossen, was echter meer nodig, zoals in de volgende aflevering zal blijken.

(Afbeelding: De Trekvliet is een oud veenriviertje. De foto is van Wim van Horssen. Deel 1 van deze verhalenserie vindt u hier  https://vlietnieuws.nl/2021/01/05/400-jaar-molen-de-vlieger-1-wel-malen-maar-geen-meel/ )

Socials

vlietnieuwsfacebookOp Facebook

vlietnieuwtwitter Op Twitter