‘De open gebieden langs de Vliet geheel behouden, is voor Den Haag niet aan de orde. Daarvoor zijn de maatschappelijke opgaven in de Vlietzone te groot’. Dat schrijft de Haagse wethouder Robert van Asten in een brief aan zijn gemeenteraad. Het stuk gaat over de toekomst van de Vlietzone, het gebied tussen Vliet en A4.
In het stuk uit Van Asten kritiek op het ‘Toekomstbeeld Ambitiedocument Vlietzone’, dat onder leiding van het provinciaal bestuur door alle betrokken gemeenten – waaronder Leidschendam-Voorburg – , waterschappen en andere belanghebbende organisaties is opgesteld. B&W van Den Haag hebben het Toekomstbeeld niet vastgesteld. Leidschendam-Voorburg wel.
‘Voor zowel mobiliteit als economie en bedrijvigheid in de Haagse Vlietzone, ontbreken scenario’s voor slimme ruimtelijke beelden en oplossingen in het Toekomstbeeld Vlietzone’, aldus Van Asten. Hij noemt dat wee van de vier belangrijkste thema’s en wensen (naast sport/recreatie en natuur/cultuurhistorische waarden) Den Haag voor de Haagse Vlietzone.
‘Het thema natuur en cultuurhistorische waarden in de Vlietzone is dan weer zeer prominent in het Toekomstbeeld aanwezig. Deze maatschappelijke opgaven blijven onderbelicht in het Toekomstbeeld. Verder is het Toekomstbeeld Vlietzone procesmatig nooit vastgesteld in het bestuurlijk overleg Vlietzone, een belangrijke schakel in het besluitvormingsproces’.
Van Asten stelt in zijn brief dat er in de Vlietzone ‘onder andere buitensportvoorzieningen en recreatiemogelijkheden’ een plek zouden kunnen krijgen; voorzieningen ten behoeve van de 70.000 mensen die in het Central Innovation District (CID; gebied tussen stations HS, CS en Laan van NOI) en op de Binckhorst gaan wonen.
Den Haag wil, zo zegt Van Asten, dat de Vlietzone zich ontwikkelt van een ietwat rommelige tussenzone naar een verweven schakel in de stad. ‘Dat vraagt om strategische keuzes voor het gebied. Voor de Vlietzone is het nodig om elke toevoeging aan het gebied een versterking van de onderliggende structuur en identiteit van het gebied te laten zijn. Functies toevoegen in samenhang en ter versterking van bestaande functies in een beperkte ruimte vormt een uitdaging waarop meervoudig ruimtegebruik het antwoord is’.
‘De Haagse Vlietzone is 356 hectare en heeft maar een beperkte ruimte van ongeveer 57 hectare die nog ontwikkeld kan worden. De ruimtelijke programmatische afwegingen zullen zorgvuldig genomen moeten worden voor de verschillende thema’s in de Haagse Vlietzone. In het vervolg op het Ambitiedocument zal er een uitwerkingsplan gemaakt worden met betrekking tot de ruimtelijk programmatische afwegingen’.
Van Asten beweert dat de definitieve versie van het Ambitiedocument kort voor de vaststelling door Gedeputeerde Staten toegestuurd waardoor de gemeente Den Haag onvoldoende de kans heeft gekregen te kunnen anticiperen op de inhoud. ‘Hierdoor lag er een toekomstbeeld waarin de Haagse belangen niet volledig zijn meegenomen, de aanvullingen en aanpassingen van de gemeente Den Haag zijn niet verwerkt en het Toekomstbeeld helaas geen volledig integraal toetsingskader voor ontwikkelingen in de Vlietzone is geworden. Het heeft niet de status van een juridisch planologisch kader dat randvoorwaarden schept richting ontwikkelingen’.
Van Asten verwijst naar nadere afspraken die hij recent met gedeputeerde Anne Koning over de Vlietzone heeft gemaakt ( https://vlietnieuws.nl/2023/06/08/afspraken-over-vlietzone/ ). Op 26 juni zal de zaak verder met alle betrokken partijen besproken worden.